Wij wisten het natuurlijk al lang maar ook het AD heeft er na de afgelopen koffietest lucht van gekregen: De koning van de espresso is Kees van der Westen en woont in Brabant:
Nooit gedacht: het beste materieel op het gebied van koffie is ‘Made in Holland’. Brabander Kees van der Westen bouwt de Rolls-Royce van de espressomachines.
Zijn eerste apparaat was in Memphisstijl, gevolgd door nog zo’n fifties-ontwerp: de rood-blauwe Delray deluxe die hij van oude onderdelen maakte voor zijn examen industriële vormgeving. Krap 30 jaar later is Kees van der Westen The King als het gaat om het bouwen van espressomachines. Overal vind je zijn Espressonistic Works: van espressobars in New York, Londen en Barcelona tot het Australische Sydney.
Toen hij in 1984 begon, stapte de Brabander met Toon Hermans-snorretje in een gat in de markt. Italianen staan weliswaar bekend om hun design, ontdekte hij, maar hun espressomachines waren weinig opwindend.
Van der Westen ontwikkelde, toen nog achter zijn woonhuis, de Mistral en later de Mirage, een machine met een dubbele boiler: één voor stoom en theewater en de andere voor zowel ‘lange’ koffie als stroperige espresso. Deze Rolls-Royce onder de espressomachines, met het uiterlijk van een Ferrari, werd wereldberoemd. Vanwege z’n design, maar ook door z’n technische kwaliteit en graad van afwerking.
Ondertussen sleutelen zestien medewerkers in een loods in Waalre ook aan andere modellen die handmade zijn in Holland en die, ondanks het prijskaartje (je hebt een ‘Kees van der Westen’ vanaf 7000 euro), hun weg vinden naar espressobars waar ook ter wereld. De top 5 van de jaarlijkse AD Koffietest werkt steevast met zijn Speedster of Spirit, twee staaltjes van vakmanschap.
Er lijkt alom sprake van een koffierevolutie. Nieuwe zetmethoden worden ontdekt of herontdekt. Espressobars rukken op en restaurants hebben eindelijk in de gaten dat koffie ‘met iets erbij’ de bekroning is van de avond. Je krijgt het zeker alleen maar drukker? ‘Dat kun je wel zeggen. Met name de markt in Azië is explosief gegroeid. Europa loopt tegenwoordig vet achter. Het is de wet van de remmende voorsprong. Koffie is bij ons normaal geworden, met Italië als ergste voorbeeld. Koffie is daar zó alledaags, dat de kwaliteit abominabel is. Het gaat er alleen om de prijs, niet om de kwaliteit. 2 euro vragen voor een kop koffie is daar onmogelijk. Italië is daarom het allerlaatste koffieland dat een kwaliteitsslag zal maken.’
Maar Italië is toch het mekka van de koffie?
‘Toeristen vinden, zodra ze in een ander land zijn, álles lekkerder. Dat komt door het vakantiesfeertje. Maar de koffie in Italië is echt bagger. Het zijn goedkope koffiebonen die ze gebruiken en de koffie wordt goed donker gebrand, met veel suiker erin om ‘m drinkbaar te maken. Een cappuccino kost er rond 1 euro. Dat zegt eigenlijk genoeg. Het is te danken aan het vakmanschap van de barista’s dat ze er toch nog wat van maken.’
Daarom kom je jouw machines overal tegen, behalve in Italië…
‘Italianen zijn geboren met koffiegenen. Ze zullen het niet in hun hoofd halen om hun espressomachines bij een Hollander te kopen. Dat komt vooral door de prijs, ook al zijn onze machines veel beter toegespitst op het zetten van koffie. Italianen geven de voorkeur aan de machines die ze in bruikleen krijgen van hun koffiebrander. Op één uitzondering na: er is een brander in Napels, nota bene het hart van de koffie, die ooit een machine van mij kocht. Dat beschouw ik dan ook als een hoogtepunt in mijn carrière. Jammer is wel dat hij ‘m alleen gebruikt als blikvanger tijdens beurzen.’
Hoe moet koffie volgens jou smaken?
‘Je moet een lekker mondgevoel krijgen. Goede koffie is zoetig van zichzelf, zoals Geisha uit Panama, mijn favoriet. Maar in wezen moet je alle mogelijke smaken erin kunnen terugvinden.’
Wat was er eerst: de liefde voor de koffie of de liefde voor de machines?
‘Ik heb altijd een technische inslag gehad. Koffie is lekker, maar ik ben meer gefocust op het extractieproces van koffie en wat degene doet die achter een machine staat, de barista.’
Bron: AD.nl
Comments RSS Feed